Racial Imposter Syndrome
Vanaf mijn vierde droomde ik ervan om wakker te worden met blond haar en blauwe ogen.
Als één van de weinige kinderen met een migratieachtergrond in mijn kleine dorp voelde ik me direct anders en werd ik al jong geconfronteerd met pesterijen.
De behoefte om erbij te horen, om “gewoon” te zijn, werd groot, en al snel begon ik mijn Chinese afkomst weg te duwen.
Foto: Sander Seemann
Deze identiteitsworsteling staat ook wel bekend als ‘Racial Imposter Syndrome’; een fenomeen waarin iemand zich vervreemd voelt van zijn of haar eigen culturele achtergrond, maar ook niet volledig geaccepteerd wordt in de dominante cultuur.
Het was een dubbele last: thuis werd ik aangemoedigd om me strikt aan de Chinese normen te houden, terwijl ik in de buitenwereld geconfronteerd werd met de wens om volledig Nederlands te zijn.
Mijn ouders, beiden geboren en opgegroeid in Hong Kong (mijn vader kwam op zijn tiende naar Nederland en mijn moeder toen zij zestien was), verwachtten van mij dat ik me hield aan de traditionele Chinese waarden in Nederland.
Voor hen was deze opvoeding een vanzelfsprekendheid, en het werd strikt en soms zelfs hardhandig opgelegd, wat toen als normaal werd beschouwd.
Mijn moeder, die trots was op haar Chinese achtergrond, schaamde zich voor mijn houding.
Mijn gedrag was niet Chinees genoeg, en dit voelde zij als een persoonlijke tekortkoming.
Ze vroeg me zelfs om buiten de Chinese gemeenschap te blijven, bang dat mijn “westerse” gedrag afbreuk zou doen aan de reputatie van onze familie.
Deze strenge verwachtingen en het gevoel niet goed genoeg te zijn, maakten dat ik me steeds meer van mijn culturele achtergrond begon te vervreemden.
Ook binnen mijn bredere familie werd ik het “zwarte schaap,” het buitenbeentje dat zich niet naar hun normen en waarden schikte. Terwijl hun eigen kinderen de grenzen soms opzochten, was ik voor hen degene die de familie “in diskrediet bracht.”
Zo groeide ik op met een dubbel gevoel: enerzijds probeerde ik te ontsnappen aan de culturele verwachtingen thuis, anderzijds worstelde ik met de pesterijen en het gevoel van afwijzing dat ik buiten de familie ervoer.
Dit zorgde ervoor dat ik me uiteindelijk volledig op de Nederlandse cultuur ging richten. Ik vond mijn veilige plek in Nederlandse vrienden die mij zonder oordeel accepteerden.
Hardcorefeesten, Nederlandstalige muziek zoals het Megapiraten Festijn; het werden elementen van een identiteit waarin ik mezelf herkende en meer geaccepteerd voelde. Toch bleef er altijd een leegte, een subtiel besef dat ik iets van mezelf verloor door deze aanpassing.
Met de jaren en de komst van mijn eigen kinderen ben ik anders gaan kijken naar mijn afkomst.
Het afstand nemen van mijn Chinese identiteit heeft me niet alleen van mijn familie vervreemd, maar ook van een deel van mezelf.
Ik merk nu dat er dingen zijn die ik wil doorgeven aan mijn kinderen, aspecten van de Chinese cultuur die ik vroeger negeerde, maar nu juist waardeer.
Het gevoel dat ik al die tijd heb geprobeerd te onderdrukken, trots op mijn achtergrond, begint zich eindelijk te ontwikkelen.
In 2024 kan ik nu zeggen dat ik trots ben op waar ik vandaan kom, én op wie ik geworden ben.
De vreemde positie die ik altijd ervoer, alsof ik nergens écht thuishoorde, voelt inmiddels minder als een last.
In de ogen van velen ben ik misschien een “banaan”; geel van buiten, wit van binnen, een uitdrukking die altijd gevoelsmatig afstandelijk klonk.
Maar met de tijd heb ik geleerd dat authenticiteit niet afhangt van het in één hokje passen.
Mijn identiteit is uniek en gevormd door beide culturen, en dat is een kracht.
Wat ik vooral mee wil geven aan anderen die worstelen met hun identiteit, is dat je je afkomst niet hoeft te verloochenen om geaccepteerd te worden in de cultuur waarin je leeft.
Familie is belangrijk, maar niet belangrijk genoeg om jezelf kwijt te raken.
Deze weg, van een zwarte schaap naar wie ik nu ben, heeft me geleerd dat je altijd mag zijn wie je bent.
Waar anderen ooit dachten dat ik zou ontsporen, heb ik mijn eigen pad gevonden, en dat is iets waar ik trots op ben.
Bovendien zie ik tegenwoordig mooie veranderingen in de Chinese gemeenschap die me hoop geven.
Waar vroeger een strenge afstandelijkheid en een starre cultuur bestonden, zie ik nu meer warmte, genegenheid en openheid.
Het gevoel van verbondenheid en aanvaarding, dat ooit onmogelijk leek, wordt nu juist steeds meer onderdeel van diezelfde gemeenschap. Voor mij is dit een bevestiging dat positieve verandering mogelijk is en dat het loont om trouw te blijven aan jezelf.
Dus, aan iedereen die zich afvraagt waar hij of zij écht bij hoort: wees trots op wie je bent en waar je vandaan komt. Authenticiteit zit niet in één enkele identiteit, en familie is belangrijk, maar nooit belangrijker dan jezelf.
- Tintin Hau
Reactie plaatsen
Reacties